Paddenstoelen

Als je aan paddenstoelen denkt dan denk je al gauw aan de herfst. Toch zijn ze niet alleen in de herfst te fotograferen. Paddenstoelen zijn vruchten van een zwamvlok, een stelsel van schimmeldraden dat in hout of onder de grond groeit. Paddenstoelen vormen voor mij dankbare objecten om te fotograferen; ze lopen niet weg of bewegen niet in de wind. Je kunt er op je gemak voor gaan zitten. Staat de paddenstoel in de volle zon dan gebruik ik altijd een reflectiescherm om het zonlicht te filteren.

Er zijn verschillende groepen paddenstoelen. Zo zijn er saprofyten die organisch materiaal zoals blad en vruchten verteren dat zich in de grond bevindt en zetten dat om in voedsel voor planten. Vaak groeien ze jaar na jaar op dezelfde plek. Dit is de grootste groep paddenstoelen. Voorbeelden zijn de parasolzwam, het kleverig koraalzwammetje maar ook de gewone champignon.

Er zijn symbionten die leven in samenwerking met planten waarbij de schimmeldraden vergroeid zijn met de plantenwortels. De boom levert suikers aan de zwam en de zwam levert voedingselementen en water aan de boom. Door deze samenwerking zijn planten beter in staat om in minder ideale omstandigheden toch te overleven. Voorbeelden zijn eekhoorntjesbrood (bij eiken, beuken, dennen en fijnsparren) en de vliegenzwam (bij berken en dennen).

Als laatste zijn er parasieten die leven ten koste van de gastheer. Ze komen voor op bomen die een minder goede conditie hebben. Het nog levende hout verzwakt daardoor en de boom zal uiteindelijk sterven. Voorbeelden hiervan zijn de dikrandtonderzwam, de berkenzwam en de dennenmoorder.